Sitemap | Suche | Kontakt |
Albino Luciani > Getuigenissen en anekdotes






Herinneringen aan mijn oom

Wanneer ik terugdenk aan mijn kindertijd, dan merk ik dat ik slechts een paar kleine, flitsende herinneringen heb aan mijn oom, zoals de korte bezoeken aan het seminarie en het bisschoppelijk paleis. Samen met mijn vader en tante Nina gingen we dan naar zijn kamer die barstensvol boeken stond.

 

Albino Luciani en zijn nicht Pia op de dag van haar huwelijk Mijn oom: de lachende priester in zijn lange zwarte rok die me snoepjes gaf, me knuffelde en me vroeg wat ik zoal deed. Ondanks zijn drukke bezigheden liet hij niet na om zijn familie te blijven bezoeken, ook al waren die bezoekjes dan maar van korte duur. Er waren nog altijd de snoepjes en de ijsjes voor de kinderen, en zoals altijd ook zijn lach en de lieve woorden die ons toch wel wat "verlegen-zijn" deden vergeten. Hij lachte spontaan met het kattenkwaad dat wij wel eens durfden uithalen, maar hij zorgde ook liefdevol voor ons. En als het nodig was dan waren er zijn bemoedigende woorden.

 

De periode dat hij ziek was bracht hij thuis door. Mijn broer Giovanni en ik vergezelden hem toen dagelijks naar de kapel van de school, waar hij de mis bijwoonde. Het was daar warmer dan in de grote kerk.

 

Toen ik 12 jaar was begon de relatie tussen mij en mijn oom hechter te worden. Nadat ik de lagere school had beëindigd, moest ik naar Fano, Marche om daar verder te studeren aan een nationale school. Het schoolreglement bepaalde dat interne leerlingen op de eerste schooldag moesten vergezeld zijn van een naast familielid. Maar mijn moeder was net bevallen van één van mijn jongere broertje en vader lag ziek in bed. Toen bood mijn oom aan om mij, zijn kleine nichtje dat hij niet eens zo goed kende, te vergezellen op de lange reis. Ik zie het nog voor mij: hoe hij thuis aankwam, mijn ouders geruststelde en mijn bagage nam. Ondanks zijn drukke bezigheden offerde hij zich met plezier op om mij veilig naar school te brengen.

Om de eindeloos lange en saaie treinreis zo aangenaam mogelijk te laten verlopen, wees hij mij op allerhande interessante dingen die door het raam te zien waren en vroeg hij hoe het met mij en mijn broertjes ging. Tevens bood hij mij wat te drinken aan en gaf mij de sandwiches te eten die de zusters van de Spertischool in Belluno, waar hij kapelaan was, voor hem hadden klaargemaakt. En die lieve man, die mij zoveel moed insprak, was de laatste die ik zag voor ik naar mijn nieuwe school ging. Hij was het die mij als klein meisje en later als tiener over mijn heimwee naar huis heen hielp. Hij spoorde mij aan hem te schrijven en hij beantwoordde altijd mijn brieven. Hij gaf mij raad en waardeerde mij zoals een echte vader dat zou doen, had interesse in mijn studies en andere activiteiten die ik deed, troostte mij wanneer de dingen niet liepen zoals ze moesten en deelde ook in mijn vreugde wanneer alles goed ging.

 

Mijn oom gaf mij de raad om goed mijn best te doen, niet alleen voor mijzelf maar ook om het goede voorbeeld te geven aan mijn jongere broertjes.

"Jij staat aan het hoofd van de klimmers;

van de beklimmers van het leven.

Jij hebt een verantwoordelijkheid tegenover

diegenen die jou volgen".

 

Paus Johannes-Paulus I en Pia Luciani (3 september 1978) Wanneer hij samen met bisschop Muccin op weg was naar Rome om er het Tweede Vaticaans Concilie bij te wonen, gebeurde het meer dan eens dat hij eventjes langs kwam. Een kort maar hartelijk en soms opbeurend bezoekje.

 

Toen ik in Rome mijn universitaire studies begon werd onze relatie nog hechter. Op een dag bezorgde hij mij zelfs een ticket om een openbaar concilie bij te wonen. Hij zei mij dat het een vergaand historisch evenement zou worden over het ontstaan van de kerk en gaf mij daarbij de raad goed te luisteren omdat ik er toch heel wat van zou kunnen leren.

 

Onze briefwisseling werd frequenter en gezien mijn groeiende autonomie ontmoette ik hem ook regelmatiger. Ik ging nooit van Rome naar huis zonder eerst bij hem langs te gaan. Na de bespreking van mijn doctoraatsthesis liep ik bij hem mijn eerste stage. Om mij te verwelkomen had zuster Vincenza een cake gebakken en stond de schuimwijn klaar. En terwijl hij deelde in mijn vreugde, grapte hij: "De wereld kent nu geen angst meer met deze doctor erbij".

 

Onze wederzijdse affectie bleef groeien en ik trachtte hem zoveel mogelijk te ontmoeten. Ik aanvaardde zijn uitnodigingen in het kasteel Vittorio Veneto en in het Patriarchaal Paleis in Venetië. Bij hem vond ik wat ik bij mijn eigen vader, die overigens wel een lieve man was, niet vond. Het waren beiden goede mensen maar met totaal verschillende karakters.

Ik hield voornamelijk van de manier waarop hij mij dingen leerde zonder er speciaal de aandacht op te vestigen, maar door er gewoonweg op de ene of andere manier over te praten. Het gebeurde wel eens dat wanneer ik bij hem langs wou gaan om advies te vragen, ik tot het besef kwam dat het eigenlijk niet meer nodig was om de vragen met hem te bespreken. Heel dikwijls had hij, zonder het zelf te beseffen, in een gesprek de antwoorden al gegeven.

 

Wat mij sterk verbaasde was zijn rustige manier om tegen problemen aan te kijken. Het was zeker geen onverschilligheid maar wel een groot vertrouwen in God en zijn Voorzienigheid. Soms nam hij me in vertrouwen en zei: "Ik heb heel wat problemen…het is niet makkelijk bisschop te zijn… ik moet een moeilijke beslissing nemen…". Maar spoedig voegde hij er dan aan toe: "Mijn geloof zal mij helpen om het tot een goed einde te brengen".

Hij ging de problemen heel vastberaden te lijf, alsof alles van hem afhing, maar ook met de rust van iemand die besefte dat alles tenslotte afhing van God.

 

Pia Luciani en haar jongste dochter Rosa Basso Een tijdje geleden vertelde mijn jongste dochter mij over een probleem waarmee een dame die wij kennen te maken had. Ik legde haar uit hoe ik het zag. Een paar dagen later vertelde de dame in kwestie mij dat mijn mening heel verstandig was geweest en dat mijn woorden haar heel goed hadden geholpen. Toen ik terugdacht aan wat ik had gezegd, besefte ik dat het eigenlijk mijn ooms woorden waren. Ik vertelde het mijn dochter zodat zij zich hem op die manier ook zou herinneren en misschien zelfs wat over hem zou willen lezen.

 

En tot op de dag van vandaag, en na al die jaren, komt zijn manier om iemand iets mee te geven, iets te leren, mij nog steeds voor de geest en probeer ik die ook te volgen, ondanks mijn zwakheden en beperkingen.

 

Pia Luciani