Sitemap | Búsqueda | Contacto |
Albino Luciani > Getuigenissen en anekdotes






Kardinaal Suenens over Paus Johannes-Paulus I

paus Johannes-Paulus I en kardinaal Suenens (30 augustus 1978)

Albino Luciani tot paus verkozen

 

Ik vind in mijn notities enkele bijzonderheden die het geheim van het conclaaf niet schenden, maar die toch kunnen bijdragen om de sfeer ervan aan te voelen. Wij kwamen aan om 16.30u om in conclaaf te gaan. Ik had kamer 88, die een geheel vormde met kamer 86 die toegewezen was aan kardinaal Duval. Ik moest door zijn kamer om de mijne te bereiken. Het was één van de kamers waar Benelli gelukkig stromend water had laten aanleggen. Kardinaal Luciani had zoals zovele anderen enkel maar de beschikking over een kruik water...

 

Tot overmaat van geluk beschikten wij ook over een douche! Nederig vroegen de kardinalen Silva en Landazúri om de ontzaglijke gunst om mede van onze douche te profiteren. De gunst werd toegestaan!

 

Mijn kamer was een oven, een soort sauna. Men kan zich maar slecht voorstellen wat het betekent in een oven te slapen. Het enige raam was verzegeld. 's Anderendaags slaagde ik erin op eigen kracht de zegels te breken. Zuurstof en een beetje frisse lucht zijn toch een grote gave Gods! Het was nacht, het was morgen - en toen was het 'D'-day.

 

Geconcelebreerde mis in de Sixtijnse kapel om 9.30u. Op de vooravond had een kardinaal uit Latijns-Amerika me de naam van zijn kandidaat ingefluisterd... en daarop trad een ander mijn kamer binnen, babbelde een beetje en suggereerde me dezelfde naam en wees me de persoon in kwestie aan die in de gaanderij zijn rozenkrans bad.

 

Bij de eerste stemming: een waaier van namen; bij de tweede werd de waaier kleiner; bij de derde kondigde de dageraad zich aan; bij de vierde stemming stond de zon aan de hemel. Het was Johannes Paulus I. Onmiddellijk na zijn benoeming gingen wij een na een de nieuwe paus omhelzen die ons achter de schermen toeriep: 'Moge God u vergeven voor wat u gedaan hebt!' (Deze boutade is ter kennis gekomen van de pers, die er ten onrechte een blaam in zag.) Daarop volgden we de paus die zich naar de loggia begaf voor de eerste zegen. Hierna keerde hij terug om met ons te dineren en sprak hij met ieder van ons. Bij het dessert was er een Amerikaan die brandde van verlangen om een sigaret op te steken - hetgeen helemaal niet protocollair was - en die aan de nieuwe paus om toelating vroeg. Deze keek ernstig, wachtte een tijdje en antwoordde 'Ja Eminentie, ik sta het u toe, maar op een voorwaarde' - zweeg opnieuw - iedereen spitste de oren - en zei: '... dat de rook wit is!'

 

Johannes-Paulus I Een andere prettige scène speelde zich af op het ogenblik dat alle kardinalen zich in processie op weg begaven naar de Sixtijnse kapel voor de concelebratie. Volgens het gebruik roept de pauselijke ceremoniarius iedereen bij naam om zich in de rij te plaatsen zodat de stoet gevormd wordt in rangorde. Verstrooid noemde hij de naam van kardinaal Luciani op zijn protocollaire plaats van de vooravond. Algemene hilariteit. Ik hoop hierdoor de geheimen van het conclaaf niet geschonden te hebben!

Op woensdag 30 augustus was er een eerste verwachte audiëntie voor de kardinalen die nog in Rome aanwezig waren De paus luisterde lachend naar de toespraak van de kardinaal-deken, daarna speelde hij een ogenblik met de tekst die men voor hem had voorbereid. Luidop dacht hij na en zei: 'Zal ik dit klaargemaakte velletje voorlezen of zal ik improviseren?'

 

Dit was reeds een voorsmaakje van de humor die men zou ontdekken tijdens de volgende audiënties. Hij koos voor de improvisatie. Ik probeerde op dat moment een applaus in te zetten voor dit gebaar, maar mijn venerabele collega's bewogen niet. Tijdens deze improvisatie vertelde de paus ons dat kardinaal Felice hem tijdens het conclaaf een klein geschenk aangeboden had en daarbij zei, con voce suave (met zoetgevooisde stem): 'Dit is een boodschap voor de paus.' Het was een kleine metalen afbeelding van de kruisweg. Johannes Paulus I onthield zich van een medelevend commentaar, maar hij liet opmerken dat een van de staties de ontmoeting was van Jezus met Simon van Cyréne. Hij zegde dat hij op ons rekende om deze rol te spelen.

 

En hij vervolgde aldus: 'Ik ben geheel nieuw hier in het Vaticaan: ik ken niets van dit raderwerk - van dit soort horlogewerk. Mijn eerste daad is geweest het Pauselijk Jaarboek openen en zien "wie wie is" en hoe de machine werkt.' Tenslotte hernam hij het velletje dat voorbereid was door het staatssecretariaat dat eindigde met de klassieke formule van de apostolische zegen. Hij stopte halverwege met lezen: 'Ik ben een beetje gegeneerd om u te zegenen: wij allen hier zijn apostelen van de Heer en de formule is wat bombastisch.' Maar toch gaf hij vluchtig de zegen. Hierna gingen wij één na één zijn ring kussen.

 

Voor elke kardinaal had hij een persoonlijk woord. Aan de franciscaanse kardinaal Landazúri (Peru) die mij voorafging: 'Ecco San Francesco!' (Ziehier Sint-Franciscus!), tot mij: 'Ah! Hier hebben we de kardinaal van de Heilige Geest die zo prachtig over Hem schrijft...'

 

Ik fluisterde hem in het oor: 'Kunt u uit medelijden met de protestanten en voor de televisie die niet gelukkig is met lange uitweidingen, de lange Latijnse formule niet weglaten die de aflaten aankondigt aan het einde van de pauselijke zegen, volgende zondag na de plechtigheid op het Sint-Pietersplein?' De paus antwoordde mij: 'Spreek erover met de ceremoniemeester.' Waarop ik zei: 'Neen, Heilige Vader, het is aan u om dat te zeggen; mijn rol bestaat er alleen maar in het u te suggereren en daar houdt hij op.' Maar mijn suggestie had geen gevolg.

 

Ziehier nog een laatste souvenir. Toen ik die morgen in het Vaticaan aankwam, ontmoette ik in de lift een groep van vijf kardinalen die zich zoals ik naar de audiëntie begaven. Onder hen was kardinaal Parente, voormalig assessor van het Heilig Officie, die gedurende vele jaren de nummer twee was van deze congregatie aan de zijde van kardinaal Ottaviani, van wie hij de rechterhand was. Wegens zijn leeftijd had hij niet aan het conclaaf deelgenomen, maar hij ging zoals wij allen naar de eerste plenumaudiëntie van de nieuwe paus. Het leek me dat ik een compensatie moest zoeken om het feit te verzachten dat hij door de leeftijdsgrens uitgesloten geweest was van het conclaaf. Daarom gaf ik hem terwijl de lift volop naar boven ging, over de schouders van de anderen heen een hand en ik zegde zeer luid: 'Kardinaal Parente, ik begroet in u de zeer moedige verdediger van de collegialiteit op het Concilie. Wij zullen uw interventie nooit vergeten en wij weten welke prijs u daarvoor betaald hebt!' Het was een allusie op zijn pleidooi voor de collegialiteit op het Concilie, een interventie die het Heilig Officie met verbijstering sloeg en die ten zeerste gewaardeerd werd door de conciliaire meerderheid.

 

Toen we uit de lift stapten, zetten we het gesprek verder. Toen zei hij me woordelijk: 'Tijdens het eerste millenium van de Kerk heeft men een waarachtige collegialiteit beleefd, het tweede millenium heeft dit alles ''gejuridiciseerd''; thans moeten wij terugkeren naar de juiste opvatting en het is niet de Nota praevia die ons dit zal verhinderen!' Ik noteerde deze uitspraak die zo onverwacht uit zijn mond kwam. De toekomst zal uitmaken of hij een goed profeet was.

 

De kardinalen brengen een groet aan de nieuwe paus op het St.-Pietersplein op 3 september 1978 Wat eertijds de 'kroning' van de paus genoemd werd en wat door paus Johannes Paulus I omgevormd werd tot een eenvoudige plechtigheid bij de aanvang van zijn pastoraal werk, officieel genoemd 'plechtige mis bij het begin van zijn ambt als opperherder', vond plaats op 3 september 1978. Deze plechtigheid bevatte zoals gewoonlijk de processie van de kardinalen die hun gehoorzaamheid kwamen betuigen. Toen hij me omhelsde zei de paus humoristisch: 'Ecco, l'incontro con lo Spirito Sancto, mi raccomando.' (Hier hebben wij nu de ontmoeting met de Heilige Geest. Ik beveel mij aan in uw gebed.)

 

Ik was naar het vliegveld van Ciampino geweest om de Belgische koning en de koningin te verwelkomen die aanwezig wilden zijn bij de plechtigheid. In een salon van de luchthaven wachtte een prelaat van het Vaticaan, Mgr. Caprio, op hen als vertegenwoordiger van de Heilige Stoel. Hij vertelde mij over zijn eerste werkvergadering met Johannes Paulus I van dezelfde dag.

'Toen de zaken geregeld waren, stond de paus op om me naar de deur te begeleiden. Ik zegde hem: "Heilige Vader, het is niet de gewoonte dat de paus een medewerker begeleidt." De paus antwoordde: "Nessuno puo impedire il papa di fare due passi. " (Niemand kan de paus beletten om twee stappen te zetten.)' Hij was duidelijk van de school van Johannes XXIII, een paus met verrassingen, met een ongewone stijl.

 

De angst en de spontaneïteit van Johannes Paulus I

 

Johannes Paulus I verscheen en verdween als een meteoor aan de hemel van de Kerk. Zijn verkiezing was een verrassing voor ons allen en voor hem op de eerste plaats. Op het ogenblik van de gehoorzaamheidsakte in de Sixtijnse kapel, enkele minuten na de verkiezing, ging ik op mijn beurt de omhelzing ontvangen en zei hem: 'Heilige Vader, ik dank u dat u dit juk op u hebt willen nemen!' Hij antwoordde me zeer gevat maar met een glimlach die de betekenis een beetje verzachtte: 'Ik zou misschien veel beter geweigerd hebben!' Deze woorden waren niet oppervlakkig.

 

De volgende ochtend - hij was teruggekeerd naar zijn cel na het conclaaf om te slapen - ontmoette ik hem op de trap en ging ik met hem mee naar de Sixtijnse kapel waar de concelebratie zou plaats hebben. Ik vroeg hem heel natuurlijk: 'Wel, hebt u goed geslapen na de gebeurtenissen van gisteren?' Zijn antwoord: 'Neen, ik heb steeds maar twijfels gehad' bevestigde zijn woord van de vooravond, maar suggereerde duidelijk een pessimistische interpretatie.

Wij wisten niet dat hij al verscheidene heelkundige ingrepen ondergaan had wegens een slechte bloedsomloop, en dat dit een familiekwaal was. Hij sprak er zelf over, enkele dagen later, tijdens een audiëntie voor zieken. Ik citeer deze woorden omdat zij een licht werpen op de zo plotselinge dood van Johannes Paulus I, en omdat zij wellicht de politieromans uit de weg helpen ruimen die rond zijn overlijden ineengeknutseld werden.

 

Een herinnering

 

Venetië. 10 december 1974kardinaal Albino Luciani in Venetië

Eminentie,

Op pagina 260 van uw boek "Une nouvelle Pentecôte?" schrijft u: 'Tout ceci est mal dit.' (Dit alles is slecht uitgedrukt.) Ik denk het tegendeel. U hebt het zeer goed gezegd. U hebt de gave om zo te schrijven dat het blijft hangen, dat het belangstelling wekt en meesleept.

 

Maar dit alles gaat over de vorm. Voor de inhoud moet ik toegeven dat ik al lezend mij gedwongen gevoeld heb om de teksten van Sint-Paulus en de Handelingen van de Apostelen die ik meende te kennen (p. 128) met nieuwe ogen te lezen. Uw boek was - en is - mij een kostbare gids bij de herlezing van de Handelingen.

 

Ik dank u voor het goed dat u aan mijn ziel gedaan hebt en door de impuls die u geeft aan de Kerk.

 

Ik bied u mijn hartelijke wensen aan voor Kerstmis en voor een gelukkig nieuwjaar.

Met eerbiedige groeten,

 

A. Luciani, patriarch

 

Zijn pontificaat was heel kort, amper een maand. Toch heeft hij ons een boodschap van christelijke vreugde gebracht.

 

 

 

Interview met Kardinaal Suenens van Mechelen-Brussel in "De tijd" (6 oktober 1978)


kardinaal Suenens Pausschap is geen sacrament

"Het pausschap is geen sacrament. Nooit geweest ook. Het episcopaat is een sacrament. De paus is vooral bisschop van Rome en als zodanig de verbindingsschakel binnen die vereniging van kerken, die tezamen de katholieke kerk vormen." Dat is de visie van kardinaal Suenens, aartsbisschop van Mechelen-Brussel. Hij trok op 15 mei 1969 de aandacht toen hij, in een interview met het Parijse maandblad Infomations Catholiques, nieuwe criteria schetste voor een relevant pausschap. Kardinaal Suenens werd tijdens het laatste conclaaf waaruit Albino Luciani als paus te voorschijn kwam, ook beschouwd als de grote "pausmaker" op de achtergrond. In zijn residentie te Brussel toont hij zich, in deze dagen voor de verkiezing van weer een paus, terughoudend. Maar wel wil hij zeggen: "Misschien moet men het pontificaat van Johannes Paulus I kenschetsen als een overgangspontificaat. Maar daarmee is het nog niet weg. De traditie vormt niet anders dan een keten van overgangen. De overleden paus heeft daden gesteld, die er voortaan liggen. Die blijvend zijn. Ik doel op de stijl van zijn pausschap. Het afzien van de tiara, het weigeren van de troon, het kiezen voor een simpele ambtsaanvaarding. Dat zijn zaken, die blijven."

 

Wat voor type paus zoekt kardinaal Suenens na de dood van Paus Johannes-Paulus I?

 

Suenens: "Het is erg moeilijk iemand te vinden die alle gewenste hoedanigheden bezit. Het is onbegonnen werk iemand te vinden die aan alle wensen voldoet. De hoofdzaak is dat je iemand kiest die begrijpt dat hij op gebieden waar hijzelf niet thuis is, mensen moet zoeken, die hem aanvullen. Mijn droom zou een nederig man zijn, zich bewust van zijn beperkingen, en die mensen weet te vinden, die hem kunnen aanvullen. Zo iemand als de overleden paus dus. Luciani was een beeld van nederigheid, totale beschikbaarheid, bewust van z'n beperkingen."

 

U bedoelt dat een paus moet delegeren?

 

Suenens: "Zo juridisch zou ik het niet formuleren. Een kerk is nu eenmaal geen democratie."

 

Hoe kwam dat conclaaf op Luciani?

 

Suenens: "Er is werkelijk niet het minste plan geweest. U zoudt verwonderd zijn als U wist hoe weinig wij in zo'n conclaaf met elkaar praten. Een conclaaf dat is een oord van bezinning en gebed. Er was geen sprake van een voorconclaaf in de zin van een akkoord vooraf. We begonnen het conclaaf zonder te weten voor wie, noch voor welk genre we gingen kiezen. Daarom zou het speciale gevaar nu kunnen zijn, dat de pers zou willen zoeken naar iemand die absoluut van hetzelfde model is. Maar dat bestaat niet. Ieder heeft z'n eigen talenten, z'n eigen cachet."

 

Maar als je noch een persoon, noch een genre paus voor ogen hebt, dan is het toch ondenkbaar dat je er in een dag uitkomt, en dat is toch maar gelukt met Luciani.

 

Suenens: "De zaak is natuurlijk bespoedigd door de zeer wijze maatregel van paus Paulus VI om vier verkiezingen op een dag te plannen."

 

Maar U hebt toch wel meer namen in Uw hoofd gehad behalve Luciani?

 

Suenens: "Wel, ja, maar niet in de zin dat we daar samen over spraken. Er wordt wel informatie gevraagd en gegeven, bijvoorbeeld over iemands gezondheid. Voor het overige, buiten de sfeer van die informatie-uitwisseling, was het voor mij een buitengewoon gebeuren, een wonder gebeuren zo ineens tot die niet geplande keuze gedwongen te zijn."

 

U sprak over een manifestatie van de H. Geest...

 

Suenens: "Ja, zeker, en zelfs het feit dat hij na een maand is gestorven doet niets af aan het feit dat deze paus in de kerk een transitie, een overgang een nieuwe stijl heeft gemaakt. En dat blijft. Johannes XXIII noemde zichzelf een overgangspaus. Maar hij was het ook die er bij zei: Van overgang tot overgang, dat maakt de continuïteit van de kerk uit."

 

Wat vindt U van leeftijdsgrenzen voor de uitoefening van het pausschap?

 

Suenens: "Natuurlijk stelt zich het probleem van de ouderdom. Dat is reëel. Op dit gebied zou wel iets gevonden kunnen worden. Ik pleitte op het Concilie al voor een leeftijdsgrens voor bisschoppen. Paulus VI heeft dat gerealiseerd."

 

Hij nam niet uw idee over om het kiescollege uit te breiden.

 

Suenens; "Ja, dat is zo. Het ging mij trouwens meer om de wijze van benoeming van kardinalen. Ik vond, dat die door de plaatselijke bisschoppenconferentie best voorgesteld konden worden. Dat is niet gebeurd."

 

Nu staat in elk geval het gelovig volk volstrekt buiten spel.

 

Johannes-Paulus I met de Russische metropoliet Nikodim die enkele momenten later sterft in de armen van de paus Suenens: "Welnee. Dat is diep betrokken. Dat bidt voor het welslagen van het Conclaaf. Dat was heel indrukwekkend. En ook de aandacht en het gebed van onze gescheiden geloofsbroeders waren duidelijk. Trouwens: zoals de Russische metropoliet Nikodim in de armen van de paus stierf, dat vond ik een teken, een mysterie, vol muziek voor de toekomst. Deelname van het volk aan de keuze, dat vind ik onrealistisch. Medeverantwoordelijkheid van het gelovig volk, daar zeg ik ja op."

 

Maar dat houdt het volk wel buiten de keuze. Men zou minstens kunnen ophouden zo geheimzinnig over een keuze te doen.

 

Suenens: "Toch vind ik die geheimzinnigheid wel wijs. Kijk naar Frankrijk, naar de animositeit tussen Giscard d'Estaing en Mitterrand. Dat schept enorm veel verdeeldheid binnen het volk. Iets dergelijks kun je beter vermijden door te verzwijgen wie nummer twee zou zijn geweest."

 

Prof. Karl Rahner heeft geopteerd voor een eenzijdige paus. Niet zo'n herderlijk iemand, die echt kiest. Voor armen wel te verstaan.

 

Suenens: "Het is ondenkbaar een paus te hebben, die niet voor de armen kiest. Pausen doen dat ook. Men moet zich niet zo verkijken op het uiterlijk vertoon. Dat behoort tot een klassiek pausbeeld, en je zou mensen schokken door het te abrupt te veranderen. Maar een eenzijdige paus? Elke paus moet evangelische waarden, waar die ook te vinden zijn, bevestigen. Want dáár bevindt zich de kerk. Je mag dat aan geen vleugel binden."

 

 

 

Boodschap van kard. L. Suenens, aartsbisschop van Mechelen-Brussel
bij de dood van Paus Johannes-Paulus I


Johannes-Paulus I ligt opgebaard

Beste medewerkers en gelovigen,

De droeve tijding van het plotse overlijden van de Paus treft ons allen in het diepste van ons hart. Niets liet ons ook maar in het minst vermoeden dat dit leven zo bruusk en onverhoeds ten einde zou komen. Dit nieuws overrompelt niet alleen de christenen van gans de wereld, maar maakt ook diepe indruk op de gehele mensheid, want Johannes-Paulus had reeds aller hart gewonnen.

Zijn eenvoudige en directe stijl, zijn toegankelijkheid en nederigheid en vooral ook zijn glimlach toonden hem aan allen als een man van veel mildheid en edelmoedigheid, met een grote liefde voor God en de medemensen. Ook in de dood volgt hij Paus Paulus van nabij, zoals hij ook diens naam ten teken van continuïteit en van trouw had overgenomen. Beide gaven hun leven voor de Kerk die zij zo vurig beminden en zien elkaar thans weer in de vrede van de Heer. Voor ons, christenen, is de dood een mysterie, een diepe nacht, maar het is als een nacht waarin het geloof lichtpunten ontdekt en waarin het Noorderlicht plots doorbreekt. Voor ons is de dood steeds ten diepste toe getekend door het Paasmysterie, en geeft aldus toegang tot de Verrijzenis en het Eeuwig Leven. De dood is een overgang, doorgang, ingang zelfs tot een leven dat niet voorbij gaat.

Moge de Heer zijn dienaar Johannes-Paulus met open armen ontvangen. Moge Hij hem de rust verlenen die de Paus op aarde nooit heeft gezocht, want zijn leven was niets anders dan dienstbaarheid en inzet.

 

Hij is vandaag gestorven op het feest van de Aartsengelen. In de uitvaartliturgie bidden wij: Ten paradijze geleiden U de engelen, naar de eeuwige vrede van de Heer. En moge hij in de gemeenschap van de engelen en de heiligen ons meer dan ooit nabij zijn.

 

Mechelen, 29 september 1978.

 

+ L. J. Kardinaal Suenens

Aartsbisschop van Mechelen-Brussel.